Een eeuwigdurende zoektocht naar poëzie in diens grauwste vorm

 

Een eeuwigdurende zoektocht naar poëzie in diens grauwste vorm

Nederlands 2/4 (keuzeboek)

 

Ik waag me deze keer om als keuzeboek een gedichtenbundel te lezen (getiteld ‘Zeezucht’ van Hugo Claus en Jan Vanriet). Poëzie heeft bij mij nooit een volwaardige plaats gekregen, omdat het niet echt tot mijn favoriete genres of literatuursoorten behoort. Nochtans ben ik aangenaam verrast …

 

‘Zeezucht’ bestaat uit enkele gedichten speciaal geschreven door Hugo Claus in opdracht van Behoud de Begeerte. Bij ieder gedicht vind je een illustratie gecreëerd door Jan Vanriet. Mocht deze laatste je een belletje doen rinkelen, dan komt dat door zijn artistieke werken als schilder (portretten en muurprojecten zoals de Bourlaschouwburg), tekenaar voor De Morgen en dichter met zijn meest recente bundel ‘Kouwe kleren’ (2019).

Vanriet deelde enkele passies met Hugo Claus, die zelf ook een gevierd dichter was, maar ook die van kunstschilder, filmmaker en schrijver. ‘De Oostakkers gedichten’ (poëzie) en ‘Het verdriet van België’(roman) zijn misschien wel zijn bekendste werken, waarvan beide in de literaire canon van Vlaanderen staan.

Als toneelschrijver bedacht en/of herwerkte hij nieuwe en bestaande stukken zoals ‘Macbeth’, ‘Hamlet’, Romeo Julia’, ‘Koning Lear’, Hendrik V’, ‘Richard Everzwijn (Richard III)’ van Shakespeare, maar ook de klassieke schrijvers Seneca, Sophocles, Aristophanes en Euripides konden hem bekoren en inspireren.

Claus mag enkele prominente filmscenario’s op zijn palmares zetten zoals ‘Het gezin van Paemel’ (1986) naar het werk van Cyriel Buysse, ‘De Leeuw van Vlaanderen’ (1984) met Jan Decleir, Frank Aendenboom en Julien Schoenaerts als grote namen op het witte doek en ‘Pallieter’ (1976) naar het werk van Felix Timmermans.

Achteraan het boekje vind je de verantwoording van Behoud de Begeerte.

Bron: Claus, H. (2003). Zeezucht. Behoud de Begeerte.



Genoeg over de twee makers van Zeezucht, want ik heb het nog niet gehad over de gedichten zelf. Ik heb er drie gekozen.

Het

Het eerste gedicht, getiteld ‘Het’, blijft voor mij nog steeds een mysterie, want wat is ‘het’ nu net? Het is in ieder geval niet Pennywise, de dansende clown, bedacht door Stephen King, maar de sfeer in het gedicht is even grimmig en mysterieus met enkele versregels als ‘Wil je dat het nog adem haalt?’, ‘Wij hebben het verdiend’ en ‘Het blijft zich verspreiden als vals profijt’.  Na het lezen bleef ik nog steeds versteld staan van de schrijfwijze en de blijvende vraag. Misschien heb jij een antwoord? 







Nacht

‘Nacht’ behandelt volgens mij een barre oorlogstijd. Dit kan je afleiden uit de woorden ‘grauw’, ‘kruisraketten’, ‘het over en weer geratel gaan unilateriaal alle registers open van de dodelijke orgels’ en ‘collaterale schade’. Je vindt enkele, mooie stijlfiguren terug, waaronder een personificatie (‘de kruisraketten huilen uit de zee’) met een koppeling van een menselijke eigenschap aan een levenloos object. Voorbeelden van de krachtige assonanties zijn ‘geratel gaan unilateraal’, ‘open van de dodelijke’ en ‘hooguit collaterale schade’. Dit gedicht is dan weer iets concreter dan het vorige en kan je naar mijn mening ietsje sneller betrekken in de klas als het gaat om actualisatie. Denk bijvoorbeeld aan de huidige oorlogstijden. 



 


Zuilen

Het derde gedicht kreeg de titel ‘Zuilen’, waarin Hugo Claus kritisch met de vinger wijst naar Leopold II. Hij vernoemt Oostende als ‘Golven breken over marmer naar Dorisch model’ en spreekt de ‘gewone bevolking’ en diens onvrede aan door een zwaar contrast te schetsen tussen het marmer en het platvloerse van baksteen. Op het einde weet je echt waarover het gaat: de bouwdriften van Leopold II vanaf 1883. De jaren nadien ontstond er veel kritiek op de grootse bouwwerken met het geld van de Belgische bevolking. Ja hoor, het had in het begin nog niets te maken met Congo. Pas in 1885 zal deze kolonie geëxploiteerd worden en tien jaar later (1895) worden de winsten gebruikt voor de nieuwe projecten van Leopold II.

Ik heb niet enkel bewondering voor het vingerwijzen, maar ook voor het stilleven van Vanriet. Op een of andere manier tonen de sobere kleuren toch een soort emotie van rust in deze woelige periode van België.

 

Ik ben positief verrast door ‘Zeezucht’. Tijdens de BALO-opleiding hebben we verschillende gedichten en bundels doorploegd en geanalyseerd naar inhoud en vorm, maar nu kon ik eindelijk eens de tijd nemen om rustig te lezen en te kijken naar de creaties.

In de klas denk ik aan enkele ideeën zoals voorleesmogelijkheden om Hugo Claus’ poëzie te introduceren. Je kan ook de inhouden van poëzie koppelen aan deze gedichten: de stijlfiguren en kenmerken van poëzie. Andere opties zijn: zelf aan de slag gaan met poëzie rondom thematieken (actueel en kritisch) en een kritisch gedicht schrijven, beeldend werken met bestaande en zelfgecreëerde poëzie, het plezier beleven aan het lezen van en praten over Claus’ gedichten (via gedichtenspeeddates, tableaus vivants maken, …)

Het was de allereerste keer dat ik een volledige poëziebundel heb uitgelezen en ik kan het alleen maar aanraden!

 

Bronnen:

Reacties

Robin van der Velden zei…
Hey Govert,

Net zoals jij heb ik ook enkele gedichten van Hugo Claus verkend. Ik herken je ervaring met 'Het' direct: veel van Claus' gedichten lijken vrij abstract en niet vanzelfsprekend te zijn. Jammer genoeg heb ik ook geen antwoord op de vraag wie of wat 'het' is. Een logische redenering zal hier volgens mij niet bij werken. Moest je interesse hebben: de dichtbundel'De Oostakkerse gedichten' bevat vrij veel gedichten van Claus en je zal erin vergelijkbare vinden van de drie die je besproken hebt.

Enkelen zou je zeker in een les rond poëzie kunnen gebruiken, maar dan zou ik sowieso met de concrete gedichten beginnen. Een kleine hint (maar dat had je waarschijnlijk al door): ik denk niet de Claus de beste dichter is om mee te beginnen ;).


Robin