Bone: weg uit Boneville, recht naar mijn hart

 

boek 2 (semester 1)

Bone: weg uit Boneville, recht naar mijn hart

 

“Klas, jullie gaan voor Engels een uitvoerige opdracht moeten maken. Je leest de graphic novel ‘Bone’ van Jeff Smith en je analyseert de verhaalbouwstenen en kenmerken van stripverhalen zoals een ‘gutter’. Je staaft je argumenten aan de hand van voorbeelden uit de graphic novel en je voegt deze ook toe aan je werk.” – D. Raeymaekers

Ik herinner me het nog goed. Het was een warme en vochtige dag op school. Toen ik even naar buiten keek, zag ik de regendruppels zachtjes naar beneden glijden wanneer onze leerkracht Engels de klas binnenwandelde. Meneer Raeymaekers was zijn naam. De schrik van het derde middelbaar. De man die je bij Engels het gevoel had dat je originele en actieve taken kreeg en gemotiveerd werd, maar anderzijds wist iedereen dat je bij een simpele grammaticatoets snel gebuisd ging zijn. Like Jesus said, “Follow me”, zei hij dan. Die dag was niet anders.

Zoals je hierboven kon lezen, kregen wij dus een opdracht. We gingen ‘Bone’ lezen en wat heb ik me ermee geamuseerd. Vele jaren later zit de graphic novel nog steeds in mijn geheugen gegrift. En nu is het moment aangebroken dat ik hem in het Nederlands lees én het zal bespreken in een van mijn blogs. Ik wilde hem voor een tweede keer lezen na al die jaren om misschien hetzelfde of net een ander gevoel te krijgen tijdens en na het lezen. Als je ouder wordt, dan ga je nog meer of andere gelaagdheden tegenkomen, die je eerst niet had opgemerkt. Ik hoop dat ik dat ga meemaken met ‘Bone’ en dat het me weer zo’n leuk gevoel geeft als toen.

 

Er waren eens drie neefjes …

Ja, er waren eens drie neefjes die moesten ontsnappen uit hun stad ‘Boneville’, maar we weten nog niet waarom. Ze zijn verdwaald in een woestijn. We maken kennis met Smiley, Phoney en Fone (De Engelse namen zijn behouden in de Nederlandstalige versie.), die elk een ander karakter hebben. Na de eerste passage heb je direct door dat Jeff Smith werkte met ‘speaking names’ voor Smiley en Phoney. De één ziet in alles het positieve en lacht alles weg, de ander is een zelfingenomen en gierig mannetje (‘phoney’ betekent vals). De derde neef, Fone Bone, neemt de behulpzame en kritische rol op zich wanneer zijn neefjes weeral bekvechten. Zoals je al kon lezen start het verhaal ‘in medias res’, want de eerste prent geeft weer dat ze in een woestijn staan én de opmerking van Smiley geeft ons een stukje wat er zich vooraf afspeelde: “We werden twee weken geleden uit Boneville weggejaagd en hij (Phoney) loopt nog steeds mopperend rond.”  

Plotseling komt er een zwerm sprinkhanen voorbij en ze vallen de drie neven aan. Ze proberen te vluchten, maar raken elkaar al snel kwijt. We volgen Fone, die nu de afgrond induikt. Hij ziet niemand meer, hij is alleen in het barre landschap. ’s Nachts valt het mannetje in een diepe slaap. Recht voor hem gloeien twee paar rode ogen. Het zijn twee afschuwelijke ratachtige wezens, die aan het bediscussiëren zijn of ze de juiste wel gevonden hebben. Ze zoeken iemand met een ster op de borst. Uit de duisternis nadert een draak, met een sigaar in zijn mond, en hij jaagt de laffe wezens weg. Fone merkt niets op.

De volgende dag komt Fone Bone in een verbazingwekkende wereld, waarbij hij twee pratende insecten tegen het lijf loopt. Ted, de kleinste van de twee, wil Fone helpen om Thorn te vinden. Volgens het kleine insect weet Thorn wel raad hoe het ‘botwezentje’ zijn neven kan terugvinden. Wanneer beide ratten hem tegenkomen, zitten zowel Fone als Ted in de problemen. Ze vluchten en geraken elkaar kwijt. Bone is weer alleen.

Een ijskoude winter valt letterlijk neer over de magische wereld. Plotseling ontdekt onze protagonist een vrouwelijk wezen, dat in de rivier water aan het scheppen is. Hij wordt smoorverliefd op haar, maar verraadt zijn plaats. De vrouw introduceert zichzelf: “Mijn naam is Thorn. Wie ben jij?” Fone zocht al die tijd naar een persoon genaamd Thorn en eerlijk gezegd dacht hij dat een man was. Thorn neemt het mannetje mee naar haar dorp. Maar de ratachtige wezens zitten op de loer en ze zijn met veel meer dan die twee eerdere sukkeltjes. Er is een reden waarom ze een ‘botmannetje’ met een ster zoeken en het kwaad is groter dan een horde beesten.


Een huisje van verhaalbouwstenen

Zo, ik heb al een stukje van het verhaal met jullie gedeeld, een stukje van de plot. Zoals gezegd starten we ‘in medias res’ en start de eigenlijke actie (motorisch moment) met het vluchten van de zwerm sprinkhanen, waarbij de drie neefjes elkaar verliezen. Vervolgens ligt de focus op Fone Bone, die op zijn weg verschillende wezens tegenkomt én uiteindelijk zijn redster in nood, Thorn. Dat is niet het enige stukje verhaal dat zich afspeelt. Ook Phoney krijgt een aparte verhaallijn. In de helft van de graphic novel verplaatst het perspectief naar deze egoïstisch en gierig persoon. Ook hij baant zich een weg door de magische wereld. We zitten hier met een vertakking van drie personages. Ja, je leest het goed, ‘drie’. Krijgt Smiley dan ook een eigen stukje? Nee, wel het meest kwaadaardig schepsel van het verhaal. Een eng figuur, een kruising tussen Magere Hein en de afbeeldingen van de Ringgeesten uit ‘The Lord of The Rings’.

                   

Fone Bone is duidelijk de protagonist van het verhaal. Phoney daarentegen krijgt ook een eigen moment, maar hij is niet zo aanwezig als zijn jongere neefje. De antagonisten zijn vrij duidelijk: het grootste kwaad van de wereld en zijn handlangers (de ratachtige beesten). De nevenfiguren, dit zijn figuren die een belangrijke rol spelen in het leven van de protagonist, zijn Phoney, Smiley, Thorn en haar stoere oma Rose, de rokende draak en we kunnen ook de ratten onder deze naam schuiven. De bijfiguren, zij spelen een kleine rol in het verhaal, zijn de insecten, de buidelratten, Lucius en Jon.

Phoney en Smiley zijn eerder stereotypen, gevormd door de betekenis van hun namen. Zij zorgen voor de humoristische noot in het verhaal. De humor varieert van absurde situaties zoals het ‘koe-racen’ van de beresterke oma Rose tot de groeiende vlinders in Fone zijn buik, van Smiley zijn nuchtere blik op de wereld tot Phoneys pogingen om steeds in het voordeel te zijn. Fone Bone daarentegen maakt een karakterontwikkeling door: hij is een voorzichtig en bang mannetje, maar al snel popt hij zich tot een ware avonturier en redder in nood. Ook mentaal maakt hij deze evolutie door.


Ik heb de ruimte altijd al beschreven als ‘een magische wereld’, maar ik moet je vertellen dat binnen deze wereld nog kleinere ruimtes te vinden zijn. Zo heb je de gevaarlijke klippen in begin, de bossen waar Ted en zijn grote broer wonen, de rivier waar Thorn water haalde, het huis van Rose, het dorpsplein en de taverne én de geheimzinnige en duistere plek van het kwaad, waar het symbolisch altijd nacht is. Dit komt wel vaker voor in de graphic novel. 

Er wordt snel gewisseld tussen dag en nacht, zelfs de wisseling van de seizoenen gebeurt in één prent. We hebben te maken met serieuze tijdversnellingen. De algemene vertelde tijd bedraagt dan ook minstens drie seizoenen. Eerst heb je de herfst, vervolgens de winter en van de één op de andere prent kan direct de lente in het land zijn. De graphic novel bestaat uit 138 pagina’s (verteltijd), maar je leest het verhaal in een mum van tijd uit.  


Ik kan nog wel ietsje langer blijven doorgaan, maar hieronder vind je een ingevuld schema van ‘een verhaal interpreteren’ terug.

En wat is nu de conclusie van dit lange blogbericht?

Wel, de conclusie is zeer makkelijk te verwoorden. Ik vond het weer ge-wel-dig! Mijn verwachtingen kwamen zeker uit. Ik zag nieuwigheden, die ik enkele jaren geleden nog niet had opgemerkt. De extra nuances die werden gelegd, vond ik fantastisch. Je hebt een klassieker zoals een verwijzing naar Moby Dick, maar dat had ik in het middelbaar al gesnopen. Het is voornamelijk de relatie tussen de twee klungelige ratbeesten en hun generaal, die een ander licht wierpen op de situatie. Ik had nog niet op deze manier naar hen gekeken. Ook de situatie waarin Fone Bone moet passen op drie buidelratjes, waarbij ze verrast worden door dezelfde klungels van ratten en op onverklaarbare wijze weten te ontsnappen én dat de moederbuidelrat niets in de gaten heeft, is vrij herkenbaar geworden. Soms maak je als toekomstig leerkracht ook zo'n gekke taferelen, het zijn geen ratten, met de leerlingen mee en dan vraag je je op het einde af hoe het komt dat het toch allemaal goed afgelopen is.

Het fijne aan zo’n positieve leeservaring is dat je het enerzijds opnieuw wil lezen en anderzijds op zoek wil gaan naar nieuwe varianten. Gelukkig is er een hele reeks gemaakt van ‘Bone’, die ik maar al te graag wil lezen nu.

Met mijn toekomstige leerlingen wil ik exact hetzelfde doen als mijn leerkracht Engels: ik wil ook zo’n originele, actieve en motiverende opdrachten ondernemen zodat de leerlingen niet ‘de klassieke opdrachten of analyses’ moeten maken. Graag zou ik binnen het vak Nederlands de talige onderwerpen introduceren, maar via mijn tweede vak (geschiedenis) wil ik het domeinoverschrijdend maken. Denk bijvoorbeeld aan ‘Maus’. Ik zou ook graag muzisch en met media aan de slag gaan, al moet ik rekening houden met de richting van mijn klassen.  

Ik ben in ieder geval zeer tevreden met het lezen van ‘Bone’ en ik ben op zoek naar andere graphic novels. Hebben jullie nog aanraders? Laat het me maar weten!

Bron

Smith, J. (2008). Bone - weg uit Boneville. Silvester.



Reacties